Go-Blue, uw partner voor elektrisch laden

ONDERGRONDS LADEN

OVERZICHTELIJK MAAR BOVENAL VEILIG

Omgevingsvergunning sinds 11 maart 2021

Parkeerterrein met 2 of meer parkeerplaatsen:


  • laadinfrastructuur verplicht voor elke parkeerplaats


Parkeerterrein met meer dan 10 parkeerplaatsen:


  • laadinfrastructuur verplicht voor elke parkeerplaats

 

Ingrijpende renovatie


Parking met meer dan 10 parkeerplaatsen:


  • minstens 2 oplaadpunten
  • én laadinfrastructuur voor 1 op 4 parkeerplaatsen


Nieuwbouw


Parkeerterrein

EEN COLLECTIEVE AANPAK IS ESSENTIEEL


Volgens de UVS (Unie van Syndici) is het noodzakelijk om, eerst en vooral, het elektrisch laden voor iedereen mogelijk te maken in appartementsgebouwen. D.w.z. het gebouw voor te bereiden zodat iedereen die het wil, of iedereen die vroeg of laat een elektrische auto zal aanschaffen, op een veilige en correcte manier zijn auto elektrisch kan laden. Een collectieve voorbereiding van het gebouw (afzonderlijke meter) is dus onontbeerlijk en biedt meerdere voordelen. Voordelen:

  • Load-balancing. Worden er in de toekomst meer e-rijders binnen de VME verwacht? Best is dan te opteren voor een laadoplossing die de beschikbare stroom optimaal kan verdelen (load balancing) tussen de laadpunten met behulp van een energiemanagementsysteem. De sterkte van de netaansluiting en het totaalvolume van het energieverbruik bepalen het aantal laadpunten per netaansluiting. Met een energiemanagementsysteem wordt de beschikbare stroom verdeeld tussen auto’s die tegelijk willen opladen. Hierdoor wordt optimaal gebruik gemaakt van de beschikbare capaciteit op de netaansluiting. Bij onvoldoende capaciteit kan de netaansluiting verzwaard worden.
  • Financiering van de basisinstallatie met het juiste vermogen: de mogelijkheid bestaat dat de VME de werken voor de netverzwaring op zich neemt, in dergelijke gevallen zijn alle verzwaringskosten gemeenschappelijk.
  • Kostenbesparingen op verschillende vakken; ook bij voorbeeld als de VME in de toekomst de laadpunten voorziet met zelf opgewekte energie (zonnepanelen). De nodige vermogens kunnen een stuk lager zijn waardoor aanpassingen aan meterbatterijen niet nodig zijn, minder private kabels die door elkaar lopen, niet iedere klant dient zijn huisinstallatie aan te passen en te herkeuren, eenvoudiger om laden van bezoekers te organiseren. De beschikbare netcapaciteit kan door de netwerkbeheerder gecontroleerd worden.
  • Brandveiligheid
  • Risicoanalyse en keuring (1 keuring i.p.v. van afzonderlijke keuringen)

U woont in een appartement en beschikt over een parking, ondergronds of bovengronds.

Wat schrijft de Wet voor indien een medebewoner van een appartementsgebouw een laadpaal wenst?

1. Wat kan?


1.1 Scenario 1 – Je laadt je wagen zelf op achter je privéaansluiting


In dit geval heb je een elektrische verbinding nodig tussen je oplaadpunt (of stopcontact) en je elektriciteitsmeter. Liggen die elektriciteitskabels er nog niet, dan mag je die als eigenaar van de parkeerplaats op eigen kosten aanbrengen. Voorwaarde is wel dat de kabels alleen door de gemeenschappelijke delen, of de eigen privatieven, mogen lopen. Hier is art. 3.82 B.W. van toepassing (art. 577-2, §10 Oud B.W.).

Je moet dit vooraf melden aan de mede-eigenaars/syndicus. Verder kies je alles zelf: of je laadt via een stopcontact of via een oplaadpunt, het merk en het type van het oplaadpunt.


1.2 Scenario 2 – Je laadt op in groep, in overleg met de mede-eigenaars (collectief)


Hierbij liggen alle oplaadpunten achter één collectieve elektriciteitsmeter, zodat ze als groep slim kunnen worden aangestuurd. Dit scenario vereist goede afspraken met de mede-eigenaars.



2. Wetgeving


De wetgever was voorzienend en heeft via de gewijzigde appartementswetgeving geanticipeerd op vraagstukken omtrent nieuwe technologieën en evoluties door toe te laten dat sinds 1 januari 2019 iedere mede-eigenaar en erkende nutsoperatoren het recht hebben om kabels, leidingen en bijbehorende faciliteiten in of op de gemene delen aan te leggen (art. 577-2, §10 Oud B.W., thans art. 3.82 B.W.). Deze toevoeging had specifiek de installatie van laadpalen voor ogen, maar het toepassingsgebied kan ruimer zijn dan louter de installatie van elektrische laadpalen.

Bovenvermelde regeling geldt overigens niet alleen in gebouwen waarin de Appartementswet van toepassing is, maar ook in andere gebouwen waar er een mede-eigendom van toepassing is, ook al is de toepassing van de Appartementswet uitgesloten.



2.1 Vlaams gewest


Voor residentiële gebouwen is het voorzien van de infrastructuur voor laadpalen verplicht vanaf 2 parkeerplaatsen i.g.v. nieuwbouw en vanaf 11 parkeerplaatsen i.g.v. renovatie. Niet-residentiële gebouwen moeten voorzien in 2 laadpalen en de nodige infrastructuur voor bijkomende laadpalen vanaf 11 parkeerplaatsen. Voor bestaande gebouwen geldt er vanaf 2025 een verplichting tot het voorzien in laadpalen i.g.v. residentiële gebouwen en i.g.v. niet-residentiële gebouwen vanaf 21 parkeerplaatsen.



2.2 Waals gewest


Voor nog op te richten residentiële gebouwen is het voorzien in de infrastructuur voor laadpalen verplicht vanaf 11 parkeerplaatsen. Nog op te richten niet-residentiële gebouwen moeten voorzien in de infrastructuur inclusief de laadpalen vanaf 11 parkeerplaatsen. Voor bestaande gebouwen is er nog geen regelgeving tot stand gekomen.



2.3 Brussels Hoofdstedelijk gewest


Hier geldt enkel een verplichting tot het voorzien in de nodige infrastructuur voor het plaatsen van laadpalen voor nieuwe parkings (waarvoor nog geen milieuvergunning verkregen was, of waarvan de vergunning al meer dan 2 jaar vervallen is) met minstens 10 parkeerplaatsen.



3. Wat kan/moet de VME doen?


3.1 De te doorlopen procedure


Als mede-eigenaar zijn er daarbij twee mogelijke manieren om de overige belanghebbenden (mede-eigenaars/syndicus) in kennis te stellen van zijn/haar intentie of die van zijn/haar huurder tot het plaatsen van een laadpaal.

Ofwel is er geen VME en richt de mede-eigenaar die tot plaatsing van een laadpaal wil overgaan een aangetekend schrijven aan de andere mede-eigenaars ofwel is er wel een VME en richt de mede-eigenaar een (aangetekend) schrijven aan de syndicus waarin men zijn/haar intenties of van diens huurder kenbaar maakt. In beide gevallen dient dit minstens twee maanden voor aanvang van de werken te gebeuren.

Als de vraag aan de syndicus gericht wordt, last deze laatste idealiter een (bijzondere) algemene vergadering in om de mede-eigenaars toe te laten hierover standpunt in te nemen.

Indien de syndicus geen (bijzondere) algemene vergadering organiseert, kunnen meerdere mede-eigenaars echter verzoeken om binnen 30 dagen een buitengewone algemene vergadering te houden, op voorwaarde dat zij ten minste 20% van de totale mede-eigenaars vertegenwoordigen.



3.2 De stemming


Er dient gestemd te worden bij gewone meerderheid (50% + 1) en dit binnen de 2 maanden na ontvangst van het (aangetekend) schrijven van de mede-eigenaar. Indien de VME dus niet akkoord gaat met het verzoek, dient zij protest te uiten binnen deze 2 maanden die als vervaltermijn geldt. Een laattijdig protest zal niet aanvaard worden.

Een eventueel protest dient vanzelfsprekend steeds gemotiveerd te worden. Het spreekt voor zich dat enkel een rechtmatig belang een protest kan verantwoorden. Bijvoorbeeld het feit dat reeds in de nodige infrastructuur voorzien zou zijn, dat de VME met zware, onnodige kosten opgezadeld zou worden, dat er schade aan de gemeenschappelijke delen aangericht zou worden.

De mede-eigenaar die om plaatsing verzocht en die niet akkoord gaat met dit protest, kan de discussie nog steeds voorleggen aan de vrederechter.

Wanneer er echter geen protest volgt of er tijdig een akkoord wordt gecommuniceerd, dienen de werken binnen de 6 maanden na verzending van het (aangetekend) schrijven aangevat te worden.



3.3 De gevolgen


De kosten voor de aanleg van de leidingen en kabels zijn voor diegene die ze wil aanleggen. Normaal zijn de kosten dus niet voor rekening van de VME (zie verder). De VME kan op haar beurt dan wel geen vergoeding vragen van de mede-eigenaar omdat deze de kabels mag leggen. De installatie wordt dus wel degelijk privatief en dus niet gemeenschappelijk. Als de VME of de overige mede-eigenaars echter zouden beslissen om de werken zelf uit te voeren, wordt de installatie uiteraard wel gemeenschappelijk omdat ze de werken in dat geval ook zelf dienen te financieren.

Degene die de infrastructuur aanlegt, onderhoudt of hernieuwt, verbindt zich ertoe om de werken uit te voeren op de wijze die de minste hinder veroorzaakt aan de bewoners en hierover met de andere mede-eigenaars of, indien er een syndicus is, met hem te goeder trouw te overleggen.



4. Wat kan een eigenaar/huurder doen?


4.1 M.b.t. de eigenaar

Zie supra, III.



4.2 M.b.t. de huurder


Iedere mede-eigenaar het recht heeft om kabels en leidingen te leggen. De huurder is niet gerechtigd dergelijke ingrijpende wijzigingen op eigen houtje te laten aanbrengen. De huurder zal dus steeds via de verhurende mede-eigenaar moet passeren indien hij graag tot installatie van een laadpaal zou laten overgaan.

Iedere mede-eigenaar heeft recht op energie, water en communicatie, maar als je een installatie wil plaatsen die een bepaald veiligheidsrisico inhoudt, heb je de toestemming van de AV nodig.



5. Wat kan opgelegd/opgenomen worden in de basisakte/reglement van mede-eigendom/huurovereenkomst?


5.1 Reglement van mede-eigendom


Een lezing van art. 3.100 B.W. bepaalt dat de bepalingen van het appartementsrecht van dwingend recht zijn. Er kan aldus niet worden afgeweken van de bepalingen m.b.t. het appartementsrecht.

Voorbeeld van beding in het RVME:

“Rechten en plichten van de eigenaar met betrekking tot de privatieve delen

Werken aan privatieve kavels

Wanneer werken aan privatieve kavels de stevigheid van gemeenschappelijke zaken in het gedrang kunnen brengen, moet de eigenaar vooraf de syndicus hierover inlichten, met voorlegging van de plannen van de voorgenomen werken. De syndicus wint het advies in van de architect van het gebouw of van een ander door hem aan te duiden architect en brengt, indien dit advies negatief is, de zaak voor de algemene vergadering.”


5.2 Huurovereenkomst


Uit bovenstaande volgt dat de huurder steeds toestemming moet vragen/melding moet doen van de wens om over een laadpaal te beschikken aan de eigenaar van het appartement. Het is enkel en alleen de eigenaar/verhuurder die de procedure voor de vereniging van mede-eigenaars kan activeren.



6. Veiligheid in het gebouw


6.1 Probleem


Bij een brand van een elektrisch voertuig worden er temperaturen gehaald van meer dan 1.000,00 graden Celsius. De brandbestrijding van een brandende elektrische wagen is uitermate moeilijk en zeker in een ondergrondse garage. De wagen zou moeten worden weggesleept naar buiten. Daarom raadt men aan om de parkeerplaatsen met een laadpaal te voorzien zo kort mogelijk bij de uitgang. Op dit moment is de enige effectieve en veilige blustechniek voor elektrische wagens om ze volledig en langdurig onder te dompelen in water.


6.2 Oplossing


Voorafgaand aan de plaatsing van een of meerdere laadpalen wint men dus best een brandpreventieadvies in bij de lokale brandweerdiensten. Hiervoor rekenen de brandweerdiensten een retributie aan. Het is echter wel zo dat de brandweerdiensten het plaatsen van laadpalen niet kunnen verbieden. Er zijn geen standaard richtlijnen. De oplossing inzake brandveiligheid is vandaag onzeker !



7. Verzekering


Laadpalen worden niet beschouwd als onroerend door besteming. De installatie kan wel verzekerd worden, maar het is een verhoging van het verzekerde kapitaal, hetgeen een verhoging van de verzekeringspremie als gevolg heeft. Indien de laadpalen gemeenschappelijk zijn, dan is de meerprijs voor de gemeenschap. Indien de laadpalen privatief zijn, dan is de meerprijs ten laste van de eigenaar van de laadpaal.



bron: Monard Law

Bij sommige VME's geldt een 2/3de meerderheid

WAT ZEGT FLUVIUS?

Voor de bouw van nieuwe residentiële gebouwen met minstens twee parkeerplaatsen of de renovatie van oudere appartementsgebouwen met minstens tien parkeerplaatsen gelden nieuwe verplichtingen op het gebied van laadpunten.


Woon je in een appartementsgebouw en wil je je auto thuis opladen? Dat kan door parkeerplaatsen van laadinfrastructuur te voorzien. Hou hierbij rekening met de wetgeving i.v.m. de mede-eigendom. In het bijzonder de procedure beschreven in artikel 577-2, §9 en §10 uit het Burgerlijk Wetboek.


Twee scenario's voor laadinfrastructuur zijn mogelijk:


1. Je laadt op in groep via een collectieve aanpak (dit is onze aanpak)


Hierbij liggen alle oplaadpunten achter één collectieve elektriciteitsmeter, zodat ze als groep slim kunnen worden aangestuurd. In samenspraak met Fluvius reserveer je als gemeenschap een specifiek vermogen voor deze groep laadpunten.


2. Je laadt je wagen zelf op achter je privéaansluiting


In dit geval heb je een elektrische verbinding nodig tussen je oplaadpunt (of stopcontact) en je elektriciteitsmeter. Liggen die elektriciteitskabels er nog niet, dan mogen de kabels alleen in de gemeenschappelijke delen lopen en zijn de kosten voor de eigenaar die de laadinfrastructuur wil aanleggen.


Verder kies je alles zelf: of je laadt via een stopcontact of via een oplaadpunt, het merk en het type van het oplaadpunt. Het nadeel is dat de oplaadsnelheid eerder beperkt is: tot 10 km rijbereik/u (stopcontact) of 15 km rijbereik/u (oplaadpunt). Wil je toch sneller laden? Kies dan voor scenario 1.

Waar ligt nu het verschil tussen een eigen installatie, dus achter de persoonlijke teller, en een collectieve installatie, achter een gemeenschappelijke teller?

U wenst een laadstation achter de eigen teller te plaatsen?


Uw parking ligt 15 meter van de teller verwijderd.


  • U kunt enkel monofasig aan 16A laden - 3,7kW (zie Fluvius)
  • 15 meter XGB 5G6 kabel - halogeen vrij
  • PVC-buis voor kabel
  • RCD-B differentieel verplicht volgens AREI
  • Zekering
  • Huishoudelijke keuring
  • Klein materiaal
  • Werkuren
  • Laadstation


Uw kost zal hier liggen tussen de € 3.000 - € 3.500




Uw parking ligt 50 meter van de teller verwijderd.


  • U kunt enkel monofasig aan 16A laden - 3,7kW (zie Fluvius)
  • 50 meter XGB 5G10 kabel - halogeen vrij
  • PVC-buis voor kabel
  • RCD-B differentieel verplicht volgens AREI
  • Zekering
  • Huishoudelijke keuring
  • Klein materiaal
  • Werkuren
  • Laadstation


Uw kost zal hier liggen tussen de € 4.200 - € 4.600

U kiest samen met uw medebewoners voor een collectief circuit?


Er wordt een circuit - 5G16 flatcable - getrokken vanuit de gemeenschappelijke teller langs alle parkings. Er wordt dan gebruik gemaakt van het beschikbare vermogen op de gemeenschappelijke teller. Aangezien er niet meer is zal er dus ook nooit meer gebruikt kunnen worden - geen overbelasting. Dit circuit wordt niet huishoudelijk maar industrieel gekeurd met inachtname van de eisen van Fireforum en AREI.


De gemiddelde kost per parking - dus enkel voor de eigenaren van een parking - ligt rond de € 500 - € 650. Dit verschilt wanneer er wifi, kabelgoten, ed wel of niet aanwezig zijn.


Wanneer een bewoner een laadstation wenst, wordt dit station simpelweg gekoppeld aan dit circuit.


De individuele installatiekost zal op deze manier altijd hetzelfde zijn:


- XGB 5G6 kabel van circuit tot parking

- laadstation

- werkuren


Uw kost ligt hier rond de € 2.500 per aansluiting - afhankelijk van gemiddelde meter circuit/parking.

NADELEN

  • Niet iedereen rijdt (semi) elektrisch en heeft nog geen nood aan een laadstation.
  • Bewoners zonder deze nood betalen wel mee aan de gemeenschappelijke kost.
  • U woont niet op dit adres

VOORDELEN

  • Schaalbaarheid. Op eigen tempo kunnen bewoners inhaken op het circuit zonder de hoge installatiekost.
  • Hoger laadvermogen
  • Load-balancing tussen alle laadstations
  • Extra veiligheid door noodsysteem in stations alsook noodknoppen in de parking (Fireforum)
  • Industrieel gekeurd
  • Indien nodig kan Fluvius uitbreiden met 80A.

ACTOREN

Vlaanderen / AREI


Verplichting voor laadpunten bij parkings.


Sinds 11 maart 2021 gelden nieuwe verplichtingen voor de installatie van oplaadpunten voor elektrische voertuigen op parkeerterreinen van gebouwen.


Lees verder

De gemeenschap


Met ons systeem leveren we in eerste instantie een degelijk en veilig algemeen circuit langs alle parkings. Dit circuit heeft een vast vermogen (A) zodat er hier nooit een overbelasting kan ontstaan. Na de keuring door een erkend Industriële keuringsinstantie worden de stations aangesloten op het tempo dat de bewoners wensen. De één meteen, de ander pas over 6 maanden.


Hoe het ook zij er zal geen grote installatiekost meer nodig zijn. Deze is door de gemeenschap reeds gedaan.

Fireforum - Brandweer


Elektrische voertuigen worden steeds vaker gebruikt, mede onder impuls van de overheid, en maken uiteraard ook gebruik van parkings.


Lees verder

Syndicus


Ondertussen werken wij al met de meeste syndici samen voor de eerste projecten doorheen het land. Voor hen is het vooral belangrijk overzicht te hebben over de laadsessies per bewoner. Zij, net als de VME, krijgt hier volledige toegang toe.



Afrekeningen, indien nodig, kan de syndicus via dit portaal perfect uitvoeren of uitbesteden aan Go-Blue.

Go-Blue werkt voor elk ondergronds project nauw samen met Fluvius en Fireforum